Locatie en bereikbaarheid

Het kadaver dient de dag van ophaling vòòr 5 uur te worden neergelegd op de laadplaats die u heeft doorgegeven bij Rendac 

    De kadaverplaats:

    • Dient zo dicht mogelijk bij de openbare weg te liggen: Maximaal op 3 meter van de bouwlijn.
    • Ligt zo ver mogelijk verwijderd van de stallen en van plaatsen waar levend vee wordt gehouden voor het sanitair aspect

    Verharde toegangsweg van minimaal 3 meter breedte

    • Verharde en effen plaats van lading voor de vrachtwagen en de chauffeur
    • Verharde en effen plaats voor de kadaverplaats
    • Laadplaats vrij van obstakels in draaicirkel van de kraan, tussen kadaver en de vrachtwagen (tussen 1,5 meter en 3,80 meter to.v. de kraan) en in hoogte (minimaal zes meter)
    • Niet direct onder of naast bomen, struiken, lantaarnpalen, elektriciteitsleidingen of -kabines

    Inrichting

    De afdekking van de kadaverplaats dient vlot verwijderbaar te zijn door één persoon. Deze afdekking (afdekplaat, verrijdbare plateau's, ...) mag bij het verwijderen géén hinder veroorzaken voor de ophaling naar ruimte en plaats toe.

    Bij afwijking van de richtlijn

    Rendac laat bij de klant een document achter op het moment dat de chauffeur een laadplaats aantreft die niet aan de richtlijn voldoet en een risico tot schade door het laden of het aanrijden van de kadaverplaats In zich houdt. Hierdoor wordt Rendac niet ontslagen van de verplichting tot ophalen, ongeacht het risico tot materiële schade.

    Er moet steeds een schaderisico bestaan die een oorzakelijk verband heeft met het niet voldoen aan de richtlijn. In alle andere gevallen zal Rendac, noch andere partijen tot enige actle overgaan.

    Rendac draagt bij risico de verantwoordelijkheid voor de schade over aan de klant en probeert middels het volgen van de procedure tot een herinrichting van de laadplaats of toegangsweg te komen en zal niet overgaan tot betaling van enigerlei schade indien er een oorzakelijk verband is tussen de schade en het niet voldoen aan de richtlijn.

    Bij conflict wordt dossier overgedragen naar Ovam die ter plaatse tussen beide zal komen, een minnelijke schikking tussen beide partijen zal pogen tot stand te brengen of een verzoek aan de bevoegde minister zal richten om een ministrieel besluit uit te vaardigen om tot herinrichting te dwingen.